De opslag

De service is één van de moeilijkste slagen bij tennis maar ook een hele belangrijke. Deze is de enige slag waarbij jij volledig zelf mag bepalen waar en hoe jij de bal wil slaan in het servicevak van de tegenstander. Een goede service wordt gekenmerkt door:

1. Het hanteren van een Continental greep. Lees hier meer over grepen.
2. Op de juiste manier klaarstaan. Je schouders moeten wijzen met een rechte lijn in de richting dat jij de bal wilt slaan. Je serveert altijd schuin.
3. Armen gaan gelijkertijd uit elkaar.
4. Bij de opgooi, zorg dat de bal vasthoudt in de tipjes van je vingers en dat je de bal omhoog brengt met een volledig uitgestrekte arm. Dit zal de kans verhogen dat je een stabiel opgooi ervaart.
5. Gooi de bal ongeveer 20 tot 30 centimeter vóór je op. Hierdoor zorg je ervoor dat je de bal steeds vóór je raakt waardoor je niet alleen meer vaart kan genereren maar ook controle hebt over de bal.
6. De bal is net de lucht in gegaan en je gaat nu veerkracht genereren met je racket door deze achter je nek te brengen.
7. Je raakt de bal op de hoogste punt (niet te hoog natuurlijk).

Tips

• Probeer de bal naar het servicevak van de tegenstander te gooien om een gevoel te krijgen. De werpbeweging met racket is hetzelfde.
• Zorg dat je lekker ontspannen staat.
• Probeer de bal in het servicevak te krijgen door alleen je bovenlichaam te gebruiken. Hoe ga je nu steeds meer vaart genereren?
• Als je merkt dat je de bal vaak in het net speelt, grijp dan eens je racket onderaan de steel met je duim, wijsvinger en middelvinger. Hierdoor verhoog je de kans om de bal te raken op het hoogste punt. Het racket staat dan ook losjes in de hand waardoor de slagbeweging vanzelf lijkt te gaan. Je zult merken dat veel meer ballen in het servicevak belanden dan normaal. Langzaam ga je dan je hele hand gebruiken om meer vaart te genereren.
• Je kunt extra veerkracht genereren door meer schakels toe te passen bij de service. Denk aan je enkels, knieen, heupen, romp, schouders, elleboog en pols.