De volley

De volley is een slag waarbij je de bal niet laat stuiten. Een volley vind vaak plaats tussen de servicelijn en het net. Het is een relatief eenvoudige slag als je de basis eenmaal begrijp.

  1. Sta op de juiste manier klaar. Voeten met minstens 60 centimeter uit elkaar en knieën iets gebogen.
  2. Je gebruikt net als bij de serviceslag de Continental greep. Racket hoog vóór je borst en ellebogen altijd voor het lichaam. Je moet over de punt van het racket heen kunnen kijken.
  3. Je ziet de bal aankomen en je brengt je racket in de baan van de bal. De schouders gaan ook een beetje mee bij deze beweging.

Tips

  • Je arm blijft altijd relatief stabiel. Gebruik nooit een zwaai beweging bij de volley.
  • Zorg voor een stabiele bladstand. Je bladstand bepaalt welke kant je de volley wilt gaan spelen.
  • Voor iemand die rechtshandig is, kun je bij het slaan van een forehand volley je linkerbeen naar voren brengen tijdens de slag. Bij de backhand volley, kom je naar voren met je rechterbeen.
  • Om meer vaart te geven aan je volley gebruik je meer lichaamsgewicht.
  • Om een drop volley te spelen, gebruik je een losse greep. Je racket zal dan de slag opvangen met meer speling. Je haalt zodanig de vaart uit de bal wat vaak resulteert in een mooie drop volley.